De persvrijheid is afgelopen jaar in heel Europa achteruitgegaan. Dat is de conclusie van het jaarlijkse rapport van mensenrechtenorganisatie Civil Liberties Union for Europe (Liberties).
Het rapport is tot stand gekomen in samenwerking met 37 ngo’s in 19 Europese landen. Een belangrijke oorzaak voor de achteruitgang is dat overheden steeds vaker de toegang tot informatie beperken. Dit gebeurde niet alleen in Oostelijke of Zuid-Europese landen, maar ook gewon in Nederland. Zo zagen we onder andere Hugo de Jonge alle WOB-verzoeken vertragen, traineren en/of onleesbaar maken. Een andere oorzaak van de “voortdurende erosie” van mediavrijheid is volgens Liberties de wijdverbreide aanvallen op journalisten. Vooral landen waar een groot deel van de nieuwsmedia in handen zijn van een klein aantal eigenaren zouden gevaar lopen. Uiteraard wordt Nederland in dit geval specifiek genoemd, want bijna alle Nederlandse kranten zijn in handen van Mediahuis of De Persgroep (DPG).
Ook de Nederlandse journalistenvakbond NVJ vindt de situatie zorgwekkend. Vooral de trend dat sommige politici in Den Haag de persvrijheid niet hoog in het vaandel hebben staan, waarbij expliciet de PVV van Geert Wilders wordt genoemd. Die partij wil de publieke omroep afschaffen en valt steeds vaker de vrije media aan.
In heel Europa zouden journalisten in hun werk worden belemmerd door geweld, intimidatie en surveillance. Ook worden journalisten met regelmaat op zwakke gronden voor de rechter gesleept, om angst te zaaien en publicaties tegen te houden. Deze vorm van juridische intimidatie wordt ook wel “strategic lawsuits against public participation” genaamd (SLAPPs) en moet in de toekomst worden bestreden met een nieuwe Europese ‘anti-SLAPP-richtlijn’. De effectiviteit daarvan moet echter nog worden bewezen.